Vlaamse kleinkunst, een belegen,
beschimmelde term of mag het nog?
Nog steeds lopen de theaterzalen vol voor bijvoorbeeld
Jan De Wilde, nu al meer dan vijftig jaar één van de oervaders
van dat genre.
Mensen willen dus nog altijd wel liedjes horen die herkenbaar en begrijpelijk
zijn, begeesterend en/of ontroerend, simpel en recht naar hart en ziel.
Liedjes die hen beschermen tegen hectische-tijdenstress en hen behoeden
voor die volgende burn-out.
Misschien is die simpele, pretentieloze
kleine kunst dus wel heilzamer dan vermoed.
Bart Vlaeminck en Kries Roose vonden
elkaar in hun wederzijdse waardering voor elkaars liedjes, in hun liefde
voor taal en voor boeiende thema’s.
Zichzelf en elkaar begeleidend op gitaren en mondharmonica’s, afwisselend
in ernst en humor.
Samen brengen ze een intiem, koesterend repertoire van liedjes die zich
nog het best laten omschrijven als aangenaam en deugddoend.
Ja, het mag nog, meer dan ooit zelfs.
In de formule Vlaeminck,
Roose en Verhelst worden de liedjes
van Vlaeminck en Roose aangevuld/afgewisseld met de gedichten van dichter
Tania Verhelst.
|